fbpx
on air now

De eilanden van Richard Ayres


home

Op uitnodiging van Asko|Schönberg componeert Richard Ayres Islands, dat 8 december 2022 in première gaat. Joep Stapel interviewde Ayres en kunstenaar Wiesje Peels voor de programma toelichting.

Richard Ayres en Trijntje Keijser aan het werk in de Graspunt studio



Tijdens de eerste lockdown stuitte componist Richard Ayres op een boek dat hem terugvoerde naar zijn jeugd in Cornwall: de Atlas van afgelegen eilanden (2009) van de Duitse schrijfster Judith Schalansky, met als ondertitel: ‘Vijftig eilanden waar ik nooit ben geweest en ook nooit zal komen’. Als kind aan de Atlantische kust, in een dorp ‘in the middle of nowhere’ waar niets te doen was, maakte de jonge Richard ’s nachts een schip van zijn bed en reisde hij naar de meest fantastische eilanden. Het verschil is dat de eilanden in Schalansky’s atlas echt bestaan, terwijl Ayres zijn eilanden, nog altijd, zelf verzint.

De herinnering inspireerde Ayres tot het componeren van Islands, zijn nieuwste werk voor Asko|Schönberg, waarvoor hij in 2018 The Garden schreef. In het op Dantes Divina Commedia geïnspireerde The Garden begon een man in zijn eigen tuin te graven, naar het middelpunt van de aarde en vervolgens naar de hemel, op zoek naar betekenis. In Islands verlaten we de aarde voor een reis naar het onbekende in negentien staties. Kunstenaarsduo Nest, bestaande uit Wiesje Peels en Trijntje Keijser, geeft de voorstelling vorm met video, live tekeningen en een transformerend object dat boven het podium zweeft.

Het was festival BredaPhoto dat duo Nest samenbracht met componist Ayres, vertelt Peels: ‘Wij wilden al langer graag een keer in het theater werken en we waren heel blij met deze kans. Net als Richard bouwen wij een imaginaire wereld, die we Nest noemen. De samenwerking verliep heel prettig, met behoud van vrijheden, en bovendien zijn we alle drie dol op gebakjes. Het klopte gewoon.’

Eiland in olifantentranen

Ayres is een componist met beeldende ideeën, die ook graag tekent, en pas in tweede instantie zijn noten schrijft. In dit geval bedacht hij talloze ‘eilanden’ en koos uiteindelijk de beste uit voor het project. Erg alledaags zijn de eilanden niet: zo is er een ‘Plant-Island’, met vier verschillende soorten moordlustige planten, waarbij de muziek laat horen hoe ze bij het moorden precies te werk gaan. Ook zijn er een reusachtig ijseiland, een mini-eiland dat bestaat uit een ijsklontje – mogelijk het restant van de ijsberg die ooit de Titanic tot zinken bracht – en drie eilandjes die in olifantentranen liggen.

Dat is geestig – en Ayres’ werk is altijd geestig, rijk, fantasievol –, maar desalniettemin karakteriseert de componist Islands als ‘donker’. Dat heeft te maken met de tijd waarin het werk ontstaan is, denkt hij, en hoe de huidige crises, die elkaar in hoog tempo opvolgen, doorwerken in zijn verbeelding. Verschillende terugkerende thema’s in het werk herinneren aan de actualiteit, zoals de misstanden in de opvangkampen op het Griekse eiland Lesbos. ‘Ik wilde de actualiteit niet negeren,’ zegt Ayres. ‘De actualiteit overstijgen met verbeelding, ik denk dat dat is waarom we kunstenaars, schrijvers en musici nodig hebben.’

Verdrietige muziek

Niet toevallig draagt het eerste eiland dat we na de introductie aandoen de naam ‘Entry-Island’: ‘Iedereen die hier naarbinnen wil moet een test doen. De test is dat ze verdrietige muziek moeten spelen, en als de muziek niet verdrietig genoeg is, worden ze teruggestuurd,’ zegt Ayres – een even wrange als scherpe kritiek op de migratiepolitiek. Op ‘Refugee-Island’ zijn de bewoners vergeten dat ze zelf ook ooit vluchtelingen waren en sturen ze de nieuwelingen allemaal naar één kant van het eiland – totdat het eiland omkiept en iedereen verdrinkt.

Inclusief de introductie en enkele intermezzo’s bestaat Islands uit negentien delen. Het werk eindigt met ‘The Sea’, die uiteindelijk alle eilanden zal verzwelgen. Ayres: ‘De zee weet dat eilanden tijdelijk zijn. En zo is het. Het is geen hoopvol einde, maar het is het einde dat we krijgen, of we het nu versnellen door de aarde op te warmen of niet. De wereld is veel ouder dan wij denken, wij zijn hier maar even, en de wereld zal nog lang na ons bestaan.’ Een glimp van die tijddiepte geeft Ayres door halverwege het stuk een moment in te lassen om het geluid van het universum te laten horen, een klank die ‘43 miljard jaar’ gereisd heeft om ons te bereiken, vanuit een schuur waar de goden ongebruikte universums opslaan.

Luchtsteen

Het toneelbeeld van het duo Nest is niet zo zeer een visualisatie van de reis langs de verschillende eilanden, als wel ‘een vertaling van ons creatieve proces’, zegt Wiesje Peels. Vaak reizen ze naar plekken toe om ‘beelden te zoeken’, die ze vervolgens verwerken in foto’s en video’s. Voor Islands wilden ze eigenlijk naar Cornwall, de plaats waar Ayres vandaan komt, maar toen dat praktisch niet haalbaar bleek zijn ze naar verschillende kustlocaties gegaan die uitkijken op het Kanaal, zoals natuurgebied het Zwin in Zeeuws-Vlaanderen en Cap Gris-Nez, ten zuidwesten van Calais.

Daar, bij Cap Gris-Nez, hebben ze staan ‘zwaaien naar Cornwall’, zegt Peels: ‘Het was alsof het ene continent het andere wilde aanraken, net als in het deel ‘Longing’ in Richards stuk.’ Dat deel gaat over twee eilanden die vlak bij elkaar liggen, elkaar bíjna kunnen aanraken en ernaar verlangen tegen elkaar aan te kruipen; maar de elementen drijven ze juist steeds verder uiteen. ‘Er lagen daar allemaal grote stenen, als je ze openbrak leek het vuursteen,’ zegt Peels over Cap Gris-Nez. ‘Een van die stenen was zó mooi, die hebben we vertaald naar een luchtsteen die boven het podium hangt en waarop projecties te zien zijn.’ Zo is het imaginaire uitzicht op Cornwall, waar Ayres ooit zijn droomreizen maakte, in het stuk opgenomen.

Monsters tekenen

Peels is opgeleid als beeldend kunstenaar en Trijntje Keijser, die aan de mbo Theateropleiding Brabant studeert, is haar dochter. Keijser is pas achttien jaar, maar werkt al jaren samen met haar moeder en Peels benadrukt dat ze een gelijkwaardige mede-maker is. ‘We hebben altijd samen naar dingen gekeken, ze hielp ook wel bij mijn fotografie en Trijntje had al heel jong interessante meningen. In een beroepspraktijk werk je bijna nooit samen met iemand van een andere generatie, maar het is heel verfrissend,’ zegt Peels.

Keijser heeft een belangrijke rol in de voorstelling: zij zit in een toren op het podium en maakt live tekeningen, die op de luchtsteen worden geprojecteerd in afwisseling met hun video’s. Keijser reageert op de muziek, maar wat ze precies tekent beslist ze in het moment zelf. ‘Ze heeft het stuk in haar hoofd en in haar lijf, ze hoeft niet na te denken, het stroomt vanzelf. Ze heeft er veel zin in,’ zegt Peels.

Tekst: Joep Stapel